Nadat iedereen een concept had gekozen en een presentatie gaf waarom zijn concept een geschikt concept zou zijn, voor het uitvoeren van de opdracht, kwamen we uit op 4 concepten.
Om te bepalen welk concept de taak perfect zou uitvoeren maakten we gebruik van ‘de gewogen criteria methode’.
Allereerst moesten we een aantal criteria bedenken waar het concept aan moest voldoen en waar je het concept op zou kunnen beoordelen. Wij kwamen uiteindelijk uit op twaalf criteria uit. Van deze criteria schreven we de definities op zodat er geen misopvattingen konden ontstaan.
Hierna hebben we de criteria tegen elkaar uitgezet om de volgorde te bepalen van meest naar minst belangrijke criteria. Per rij moest je voor de criteria bepalen of het belangrijker/minder belangrijk was dan de criteria die zich in de kolommen bevonden. Wanneer we een criterium belangrijker vonden gaven we dit aan met een ‘plusje’ en minder belangrijke criteria gaven we aan met een ‘minnetje’. Bij het einde telden we alle plusjes in de rij op. De criterium in de rij met het meeste plusjes is dus het belangrijkste criterium en het criterium in de rij met het minste plusjes is dus het minst belangrijk. Bij ons kwam er uit dat ‘het vermogen’ van het mechanisme het belangrijkste criterium was en dat ‘uiterlijk’ het minst belangrijke was.
Nadat we de tabel hadden ingevuld en konden zien wat wij belangrijk vonden voor het concept moesten we de criteria indelen op relatief gewicht. Dit hebben we gedaan door het belangrijkste criterium (het vermogen) op plaats ’10’ te zetten en daarna de andere criteria op schaal onder het belangrijkste criterium te plaatsen.
De plaatsen bij de vorige stap hebben we hierna gebruikt als weegfactor om de criteria te bekijken per concept. We hebben dus voor de vier concepten gekeken hoe de criteria scoort bij elk concept door het een score te geven:1 = Slecht2 = Matig3 = Gemiddeld4 = Goed5 = Uitstekend
Als een criteria uitstekend scoort bij een concept vulden we ‘5’ in. Deze score vermenigvuldigden we dan met de weegfactor van het criterium zodat we een gewogen score kregen. Nadat we dit voor elk criterium en voor elk concept hadden gedaan kwam er uit dat ‘de elastiekgrijper’ het beste zou zijn voor het uitvoeren van de taak. Op de tweede plek zat ‘de ballongrijper’, op de derde plek ‘de kermisgrijper’ en op de laatste plek stond ‘de graafmachine’. (de tabel)
Een logische keuze zou zijn om voor ‘de elastiekgrijper’ te kiezen omdat deze het beste heeft gescoord. Wij dachten dat dit bij veel groepjes het geval zou zijn waardoor we uiteindelijk voor de tweede plek, ‘de ballongrijper’, hebben gekozen. Deze keuze hebben wij gemaakt omdat wij dachten dat ‘de ballongrijper’ een echt uitdaging zou zijn en ook erg origineel!